Hij deed zijn mondkapje weer op en zei: “Wij ouderen zijn de enigen die nadenken over de dood en de dood denkt na over ons. Ik kan toch niet tegen hem op.”“De jeugd heeft het voor het zeggen. “Tegen de jeugd kan ik nog minder op dan tegen de dood,” zei ik.”Hij vond opeens mijn antwoorden gemakzuchtig. “Tegen je vrouw kan je zeker ook niet op? Hierboven.”Hij tikte tegen zijn hoofd.
Source: Het Parool October 10, 2020 12:01 UTC