Als kind kreeg ik ooit een bloemenpersje voor mijn verjaardag. (Daarvandaan wordt het uitzicht op de oceaan slechts onderbroken door de schoorstenen van het grijze huis met de perenboom dat ik ‘mijn’ huis ben gaan noemen – en dat het ooit echt gaat worden, want dromen mag.) Ik las boeken waarmee ik voor de krant niets hoefde te doen. Na de maanden van thuiswerken en binnen zitten maakten deze protagonisten en hun kijk op de wereld me nog opmerkzamer op de lucht, het licht, de kleuren en geuren van Finistère; voor de bloemen langs de paden, voor de heidevelden op de Cap du Chèvre en het Pointe de Penhir; voor de plantjes die groeien uit de muren van het klooster van Landévennec en de oude kruidentuin met medicinale planten. Mijn pluksels heb ik tussen de boeken gedroogd; de bladzijdes zijn gaan bobbelen maar Bretagne ligt voor me.
Source: Het Parool August 22, 2020 18:00 UTC