Ik zit op mijn bed met mijn rug tegen de muur en mijn laptop op schoot. Meestal zit hier overdag een kind, les te volgen, huiswerk te maken, op de deken of half eronder. Dat de donkergrijze kunstvogels op de rand niet genoeg afschrikten. Ik hield het bij ‘tegen de duiven.’ Ook zij ging de kamer niet uit, zei ‘gevaarlijk, zeg’ en kroop op bed. We houden haar met onze ogen op haar plaats, in bedwang, en met onze adem, die we inhouden.
Source: Het Parool March 12, 2021 10:09 UTC