“Da’s een Roemeens hondje, of niet?”“Nee, Bep komt uit Griekenland.”“Uit Griekenland? Het is een Roemeentje, dat zie je zo.”“Nou, ze komt toch echt…”“Dit hier is ook een Roemeen, en kijk nou naar uw hond…”“Ik zie…”“Je ziet het niet? Nee, je ziet het niet, hè? Ik zie het aan je.”“Mevrouw, ze komt van…”“Echt, ik herken een Roemeens hondje als ik er een zie, geloof me.”“Ze komt toch echt van Lesbos.”“Ja, dat zegt u nu, maar misschien is ze vanuit Roemenië eerst naar Lesbos gehaald.”“Ze is Grieks!”“Je houdt mij niet voor de gek hoor.”“Ik hou niemand voor de gek!”“Ik moet verder. Bep, niet doen!
Source: Het Parool November 17, 2020 15:01 UTC